Direct een advocaat nodig? Bel: +31 10 220 44 00

Of e-mail en ontvang binnen 24 uur een antwoord

Header mvo 1 scaled

Nieuws

De haij & van der wende advocaten

Lennart Hordijk
Lennart hordijk small
Dennis Oud
Dennis rond 200x200
Erwin den Hartog
Erwin rond 200x200
Fleur Huisman
Fleur 1
Petra Lindthout
Petra lindhout pf
Tessa Sipkema
Tessa rond 200x200
Gerard van der Wende
Gerard rond 200x200
Elke Hofman-Bijvank
Elke 1
Bas van der Eijk
Bas advocaat Rotterdam
Tim van Riel
Tim portret
Iris Keemink
Iris portret
De Haij & van der Wende
Logo Haij Wende

Rechtsbescherming via de Commissie van Aanbestedingsexperts

Sinds april 2013 bestaat de Commissie van Aanbestedingsexperts (website: www.commissievanaanbestedingsexperts.nl). Deze Commissie biedt aanvullende rechtsbescherming in aanbestedingszaken, naast de bekendere gang naar de civiele rechter, meestal in kort geding. Bij de Commissie kunnen klachten worden ingediend over hoe de aanbestedingsregels worden toegepast en over de handelwijze van de aanbestedende dienst. Nu de Commissie ruim twee jaar aan het werk is, is het goed om eens te kijken naar hoe dat in de praktijk uitpakt.

Aanbestedingsprocedures bij de kort gedingrechter blijken in de praktijk in de meeste gevallen, zo’n 70%, niet het resultaat op te leveren dat de belanghebbende partij met zijn vordering had beoogd. Hoewel de kort gedingrechter een aanbestedingskwestie in principe grondig kan en mag toetsen, doet hij dat in de praktijk doorgaans niet, met als motivering bijvoorbeeld dat de kort gedingrechter van mening is dat hij te weinig specifieke kennis heeft van de branche en de materie. Daarnaast is de drempel voor een civiele procedure voor partijen soms te hoog, omdat zij de relatie met de aanbestedende dienst niet willen beschadigen en/of omdat er hoge kosten aan verbonden zijn.

De Commissie bestaat uit onafhankelijke experts, die bemiddelen en adviseren over ingediende klachten. Het oordeel van de Commissie is weliswaar niet bindend, maar wel zwaarwegend. Een aanbestedende dienst kan een advies niet zomaar terzijde schuiven, zeker niet zonder goede motivering.

Uit een evaluatie van de adviezen van de Commissie blijkt dat die adviezen vrijwel net zo vaak gegrond als ongegrond worden verklaard. De kans van slagen ligt daarmee dus aanzienlijk hoger dan bij de kort gedingrechter. Met name klachten over opdrachtspecificaties en contractvoorwaarden, die worden ingediend op het moment dat de inschrijvingsfase nog loopt, worden met regelmaat gegrond verklaard.

De Commissie van Aanbestedingsexperts is bij veel partijen nog relatief onbekend. Als echter gekeken wordt naar de mogelijkheden om in een vroegtijdig stadium klachten over de procedure of handelwijze van de aanbestedend dienst aan de orde te stellen, is het in veel gevallen zeker de moeite waard om een klacht in te dienen op het moment dat u vindt dat u onheus bejegend wordt of dat de aanbestedende dienst de regels niet correct toepast.

Heeft u vragen over de voorwaarden voor en de mogelijkheden van een klacht bij de Commissie, dan kunt u contact opnemen met Pascal Willems.

Lennart Hordijk
Lennart hordijk small
Dennis Oud
Dennis rond 200x200
Erwin den Hartog
Erwin rond 200x200
Fleur Huisman
Fleur 1
Petra Lindthout
Petra lindhout pf
Tessa Sipkema
Tessa rond 200x200
Gerard van der Wende
Gerard rond 200x200
Elke Hofman-Bijvank
Elke 1
Bas van der Eijk
Bas advocaat Rotterdam
Tim van Riel
Tim portret
Iris Keemink
Iris portret
De Haij & van der Wende
Logo Haij Wende

De VAR verklaring verdwijnt in 2016

Veel zzp’ers of freelancers beschikken over een Verklaring Arbeidsrelatie, de zogenaamde VAR. In die VAR staat hoe de Belastingdienst de inkomsten van de houder van de VAR zal behandelen: als loon uit dienstbetrekking, als winst uit onderneming, als resultaat uit overige werkzaamheden of als inkomsten uit werkzaamheden voor de vennootschap. Hiermee worden voor de opdrachtgever veel onzekerheden over de fiscale behandeling weggenomen. De VAR is bedoeld om de opdrachtgever de garantie te bieden dat geen sprake is van schijnzelfstandigheid.

Er komen echter ingrijpende veranderingen aan. In 2016 zal de VAR gaan verdwijnen en kan deze dus niet meer worden aangevraagd. In eerste instantie was het de bedoeling om de VAR te vervangen door een “Beschikking geen loonheffing”, maar dat gaat niet door. Om zekerheid te krijgen over de manier waarop de Belastingdienst tegen de overeenkomst tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aankijkt, kunnen partijen vanaf 2016 gebruik maken van door de Belastingdienst al beoordeelde modelcontracten. Ook is het mogelijk om daarvan afwijkende, individuele overeenkomsten vooraf ter beoordeling aan de Belastingdienst voor te leggen. Zo is voor beide partijen duidelijk wat de fiscale positie is.

Dit nieuwe systeem kent minder administratieve rompslomp dan het VAR-systeem. Bovendien nam de VAR-verklaring alleen de onzekerheid voor de opdrachtgever weg. De opdrachtnemer moest nog steeds afwachten tot ná zijn aangifte IB, hoe de Belastingdienst tegen de inkomsten aankeek. Nu heeft de Belastingdienst te kennen gegeven dat als de voorwaarden van het modelcontract worden gevolgd, er geen handhaving achteraf zal plaatsvinden. In dat geval zijn dus beide partijen vooraf bekend met hun fiscale positie.

Wel blijft het risico bestaan dat loonheffingen moeten worden ingehouden en voldaan als blijkt dat de manier van werken niet conform de modelovereenkomst gaat en dat er toch sprake is van een dienstbetrekking. Tegen misbruik zal nog steeds worden opgetreden. In zoverre verandert er niets.

De nieuwe regeling lijkt nou eens een mooi voorbeeld van wetgeving die op de praktijk is afgestemd en een verbetering betekent.

Heeft u vragen over de nieuwe regeling, de voorbeeldovereenkomsten of een individuele overeenkomst, dan kunt u uiteraard contact met ons opnemen.

Lennart Hordijk
Lennart hordijk small
Dennis Oud
Dennis rond 200x200
Erwin den Hartog
Erwin rond 200x200
Fleur Huisman
Fleur 1
Petra Lindthout
Petra lindhout pf
Tessa Sipkema
Tessa rond 200x200
Gerard van der Wende
Gerard rond 200x200
Elke Hofman-Bijvank
Elke 1
Bas van der Eijk
Bas advocaat Rotterdam
Tim van Riel
Tim portret
Iris Keemink
Iris portret
De Haij & van der Wende
Logo Haij Wende

Meerjarenplan van de rechtspraak; wat kan de sluiting van rechtbanken voor gevolgen hebben?

U heeft het wellicht gelezen in de krant of gevolgd via het journaal. De Raad voor de Rechtspraak heeft in een meerjarenplan voor 2015 t/m 2020 bekend gemaakt dat de Rechtspraak meer wil gaan investeren in de handhaving en verbetering van de kwaliteit van het rechterlijk werk door uitgaven voor bedrijfsvoering en huisvesting flink te verminderen. Na de reorganisatie van de Rechtspraak per 1 januari 2013 waarbij 19 rechtbanken zijn samengevoegd tot uiteindelijk 11 nieuwe rechtbanken, de gerechtshoven Arnhem en Leeuwarden zijn gefuseerd en er diverse kantongerechten zijn gesloten, zal er wederom de komende jaren het nodige gaan veranderen. Wat heeft dit voor gevolgen voor u?

Wat staat er in het meerjarenplan

De Rechtspraak moet moderniseren (digitaliseren), investeren in kwaliteit, de werkdruk aanpakken en tegemoet komen aan de vraag van de regering om fors te bezuinigen. In het meerjarenplan beschrijft de Raad voor de Rechtspraak de wijze waarop zij dit wil doen. Zo wil de Rechtspraak de werkdruk en het ziekteverzuim verminderen, besparen op IT en op de huisvesting. De huisvesting is een van de belangrijkste mogelijkheden voor de Rechtspraak om op te bezuinigen. Met de reorganisatie van de Rechtspraak per 1 januari 2013 zijn er kaders gesteld voor de toegankelijkheid van de Rechtspraak. Er moeten volgens deze kaders minimaal 32 zittingsplaatsen zijn. Dit zal ook de komende jaren niet veranderen. Er zijn 32 zittingsplaatsen en er zullen ook 32 zittingsplaatsen blijven. Wat verandert er dan wel? De Rechtspraak gaat de zaken verdelen over de verschillende zittingsplaatsen. Uitgangspunt daarbij is dat in ieder arrondissement, met uitzondering van Noord-Nederland en Zeeland-West-Brabant, er één vestiging is waar alle soorten zaken (volledig zaaks pakket) zullen worden behandeld. In steden als Rotterdam, Den Haag, Middelburg, Leeuwarden, Amsterdam, Groningen, Zwolle, Utrecht, Haarlem, Breda, Roermond en ’s-Hertogenbosch worden in beginsel alle soorten zaken behandeld. De resterende locaties zullen een basispakket of een uitgebreid pakket aan zaken behandelen. Bij het basispakket moet u denken aan geldvorderingen tot € 25.000, arbeidszaken, huurzaken, consumentenzaken, curatele en mentorschap, bewind, overtredingen en verkeerszaken. Bij het uitgebreide pakket moet u daarnaast denken aan veelvoorkomende bestuursrechtelijke, strafrechtelijke zaken (zonder gedetineerden) en familierechtelijke zaken. Op de overzichtskaart kunt u de verdeling van de verschillende zaakspakketten per locatie zien.

Wat merkt u ervan?

Concreet kan dit het volgende voor u betekenen. Heeft u bijvoorbeeld een geldvordering van meer dan € 25.000 en woont de debiteur in Dordrecht, dan kunt u nu nog bij de rechtbank in Dordrecht terecht voor deze vordering. Zijn alle wijzigingen van het meerjarenplan doorgevoerd, dan zal de zaak worden behandeld in Rotterdam en moet u dus verder reizen. Nu kunt u bijvoorbeeld nog terecht bij de rechtbank in Maastricht voor alle bestuurszaken. Na alle wijzigingen kunt u daar enkel nog terecht voor de veelvoorkomende bestuursrechtelijke zaken. Voor de andere, niet veelvoorkomende, bestuursrechtelijke zaken dient u binnen het arrondissement Limburg naar Roermond af te reizen. U hoeft echter niet vanuit Rotterdam straks ineens naar Groningen (arrondissement Noord-Nederland) te reizen. Alle zaken kunnen behandeld blijven worden binnen uw eigen arrondissement.

Wilt u meer weten, neemt u dan gerust contact op met Lennart Hordijk.

Lennart Hordijk
Lennart hordijk small
Dennis Oud
Dennis rond 200x200
Erwin den Hartog
Erwin rond 200x200
Fleur Huisman
Fleur 1
Petra Lindthout
Petra lindhout pf
Tessa Sipkema
Tessa rond 200x200
Gerard van der Wende
Gerard rond 200x200
Elke Hofman-Bijvank
Elke 1
Bas van der Eijk
Bas advocaat Rotterdam
Tim van Riel
Tim portret
Iris Keemink
Iris portret
De Haij & van der Wende
Logo Haij Wende

Wijziging partneralimentatie

Er wordt in Nederland al vele jaren gediscussieerd over de alimentatieplicht. Die alimentatieplicht is van oudsher gebaseerd op het idee dat door het huwelijk een recht ontstaat op overdracht van inkomen, gebaseerd op de stand van welvaart tijdens het huwelijk en op het gegeven dat één van de partners, vaak de vrouw, haar carrière heeft onderbroken of zelfs opgegeven ten behoeve van de verzorging van kinderen.

Er zijn echter ook kinderloze huwelijken, kortdurende huwelijken of echtparen die allebei toch een carrière hebben opgebouwd en inkomen genieten. Bij veel mensen leeft dan ook het idee dat alimentatie zijn doel voorbij kan schieten en soms onredelijk hoog is, onredelijk lang duurt of überhaupt onredelijk is gezien de situatie waarin de partners verkeren. Ook binnen de politiek is dat doorgedrongen. Er zijn diverse pogingen gedaan om het alimentatierecht te moderniseren. Dat lijkt nu eindelijk gelukt. Op 19 juni jl. is een wetsontwerp ingediend tot wijziging van de alimentatieregels.

De belangrijkste wijzigingen op een rij

De duur van de alimentatieplicht wordt verkort. De maximale duur wordt teruggebracht van twaalf naar vijf jaar. Als het huwelijk niet langer dan drie jaar heeft geduurd hoeft er helemaal geen partneralimentatie meer te worden betaald. Alleen voor partners die langer dan vijftien jaar getrouwd zijn geldt een maximale duur van tien jaar.

Voor bestaande alimentatieafspraken geldt het wetsvoorstel zoals het er nu ligt overigens niet. Dat zou naar de mening van de wetgever onrechtvaardig zijn en onzekerheid creëren.

Enerzijds zijn deze wijzigingen bedoeld als modernisering, anderzijds ook om te stimuleren dat mensen van hun eigen verdienvermogen gebruik blijven maken. Het is dan ook een voorstel dat vanuit de praktijk wordt toegejuicht. Het is nu afwachten of het wetsvoorstel ook daadwerkelijk in de huidige vorm wordt aangenomen.

Wilt u meer weten over partneralimentatie en wat de nieuwe regels voor u zullen betekenen, neemt u dan gerust contact op met Pascal Willems.

Lennart Hordijk
Lennart hordijk small
Dennis Oud
Dennis rond 200x200
Erwin den Hartog
Erwin rond 200x200
Fleur Huisman
Fleur 1
Petra Lindthout
Petra lindhout pf
Tessa Sipkema
Tessa rond 200x200
Gerard van der Wende
Gerard rond 200x200
Elke Hofman-Bijvank
Elke 1
Bas van der Eijk
Bas advocaat Rotterdam
Tim van Riel
Tim portret
Iris Keemink
Iris portret
De Haij & van der Wende
Logo Haij Wende

Toestemming echtgenoot bij borgtocht nodig of niet?

In de praktijk komen we het met enige regelmaat tegen. Een ondernemer die zich als borg jegens de bank of andere geldverstrekker heeft verbonden voor een geldlening die is verstrekt aan bijvoorbeeld zijn onderneming. Op het moment dat de ondernemer uit hoofde van de borgtocht wordt aangesproken door de geldverstrekker, komt het nogal eens voor dat partijen discussiëren over de rechtsgeldigheid van de borgtocht. Onderwerp van discussie is dan vaak of de echtgenoot van de ondernemer heeft ingestemd met de borgtocht en of deze instemming vereist was. Mocht immers blijken dat instemming van de echtgenoot ontbreekt terwijl deze wel was vereist, dan kan de echtgenoot de borgtocht vernietigen en kan de ondernemer de dans ontspringen.

Wanneer is instemming van de echtgenoot (niet) vereist?

Hoofdregel is dat indien een persoon een borgtocht wil aangaan, hij of zij daartoe de toestemming van zijn of haar echtgenoot nodig heeft. Ditzelfde geldt overigens ook indien een persoon zich als hoofdelijk medeschuldenaar verbindt voor de schuld van een derde, of ten behoeve van een derde een garantie afgeeft of zekerheid stelt. De gedachte hierachter is dat de echtgenoot beschermd dient te worden tegen handelingen van zijn of haar echtgenoot die een bedreiging vormen voor zijn of haar financiële positie.

Uitzonderingen

Zoals altijd zijn er uitzonderingen op de hoofdregel. In dit geval zijn er twee uitzonderingen in de wet voorgeschreven. De eerste uitzondering schrijft voor dat de toestemming van de echtgenoot niet nodig is indien de borgstelling door de ondernemer wordt verricht in de normale uitoefening van beroep of bedrijf. Het gaat hier om handelingen van de ondernemer die in de normale uitoefening van zijn bedrijf of beroep gebruikelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan een bedrijf of beroep van de ondernemer dat hoofdzakelijk bestaat uit het verlenen van borgtochten. De tweede uitzondering schrijft voor dat de toestemming van de echtgenoot niet nodig is indien de borgtocht wordt verricht door een bestuurder van een nv of bv, die alleen of met zijn medebestuurders de meerderheid van de aandelen houdt en als de borgtocht wordt verricht ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van de vennootschap. Voor deze uitzondering gelden dus twee vereisten waaraan moet worden voldaan. Allereerst moet de ondernemer samen met eventuele andere leden van het bestuur meer dan vijftig procent van de aandelen bezitten. Bezit de ondernemer niet samen met eventuele andere leden van het bestuur minder dan vijftig procent van de aandelen, dan is toestemming van de echtgenoot voor het aangaan van de borgtocht nodig.

Het tweede vereiste is dat de borgtocht moet worden verricht in het kader van normale uitoefening van het bedrijf. Wat behoort tot de ‘normale uitoefening’ van het bedrijf van de vennootschap? In tegenstelling tot de eerste uitzondering, is het hierbij niet relevant of het aangaan van borgtochten tot de normale uitoefening van het bedrijf behoort, maar wordt juist gekeken naar de handeling waarvoor de borgtocht wordt verstrekt. Zo is het normaal dat een bedrijf bankkredieten aanvraagt en dat er in dat kader door een ondernemer een borgtocht wordt afgegeven. Toestemming van de echtgenoot is dan niet nodig. Wordt er echter een bestaande rekeningcourantschuld omgezet in een geldlening met daarbij een borgtocht dan is er sprake van een bijzondere handeling en is toestemming van de echtgenoot weer wel nodig. Voor de tweede uitzonderingsgrond moet dan ook bij iedere borgtocht bezien worden of de achterliggende rechtshandeling geschiedt in het kader van de normale uitoefening van het bedrijf. Het zijn de specifieke omstandigheden van het geval die bepalend zijn voor de vraag of er een beroep kan worden gedaan op de tweede uitzondering.

Toestemming ja of nee?

De discussie of de toestemming van de echtgenoot nodig is, is in het voordeel van de borg, aangezien de uitwinner zal moeten bewijzen dat de borg rechtsgeldig is. Als borg kunt u dus hiermee uw voordeel doen. Bent u echter de geldverstrekker en twijfelt u of de toestemming van de echtgenoot nodig is, neem dan het zekere voor het onzekere en laat de echtgenoot voor akkoord mee tekenen.

Wilt u meer weten, neemt u dan gerust contact op met Lennart Hordijk.

Blijf juridisch op de hoogte

Meld u aan voor onze nieuwsbrief