Handhavingsverzoek ingetrokken, maar toch recht op dwangsom wegens overschrijding

Wanneer een bestuursorgaan te lang doet over het nemen van een besluit, en daarmee de zogenaamde beslistermijn wordt overschreden, kunnen belanghebbenden van dat bestuursorgaan een dwangsom vorderen. In de zaak bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die in deze blog wordt besproken, was echter discussie ontstaan over de vraag of het bestuursorgaan die dwangsom nog steeds verschuldigd is, als zij geen besluit meer hoeft te nemen.
Dat zat zo: een belanghebbende had een handhavingsverzoek ingediend. Daar heeft het bestuursorgaan niet tijdig op beslist. De belanghebbende heeft daarom een ingebrekestelling ingediend en verzocht om betaling van een dwangsom. Daarna heeft de belanghebbende het handhavingsverzoek ingetrokken, maar het bestuursorgaan wél verzocht om een besluit te nemen over de ingebrekestelling en de dwangsom. Het bestuursorgaan was van mening dat de dwangsom niet meer verschuldigd was, omdat het handhavingsverzoek was ingetrokken.
De Afdeling was het daar niet mee eens. Zij oordeelde dat het bestuursorgaan de dwangsom moest betalen voor de periode tussen het verlopen van de termijn van de ingebrekestelling en de intrekking van het handhavingsverzoek. Reden daarvoor is dat de intrekking van het handhavingsverzoek er niet voor zorgt dat de belanghebbende niet met terugwerkende kracht als belanghebbende bij het besluit op het handhavingsverzoek kan worden aangemerkt. Oftewel: de belanghebbende was zowel vóór als ná de intrekking van het handhavingsverzoek belanghebbende.
In de praktijk kunt u vaker recht hebben op betaling van een dwangsom door een bestuursorgaan dan u misschien denkt. Heeft u vragen over het vorderen van een dwangsom na het verlopen van de beslistermijn? Neem dan contact op met Gerard van der Wende of met Fleur Huisman.
U leest de uitspraak hier.




