Direct een advocaat nodig? Bel: +31 10 220 44 00
De ontwikkelingen in arbeidsrechtland blijven elkaar in rap tempo opvolgen. Op dit moment liggen onder andere het wetsvoorstel modernisering van het concurrentiebeding, Wet personeelsbehoud bij crisis en last but not least de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoedens (Wet VBAR) nog op de plank. Het lijkt erop dat aan deze drang tot herziening voorlopig nog geen einde is gekomen. Minister Van Hijum heeft namelijk aangekondigd dat er in 2025 een wetsvoorstel zal worden geïntroduceerd waarbij een maximumtermijn van 36 maanden voor uitzendarbeid wordt ingevoerd. Na deze periode moet de inlenende organisatie de uitzendkracht een aanbod doen om met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst te treden. Hiermee wordt aangesloten bij de ketenbepaling voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd.
Dit voornemen tot nieuw beleid is gebaseerd op adviezen van de Landsadvocaat. Kort door de bocht gaf hij de minister drie mogelijke beleidsvarianten:
De minister koos voor optie 1, niet zozeer omdat dit de beste optie was, maar de minst slechte. Eén van de redenen waarom de keuze niet is gevallen op optie 2 of 3 is dat de werknemer in die situatie alsnog naar de rechter moet stappen.
De achterliggende doelstelling is de Nederlandse wetgeving in lijn brengen met de Europese Uitzendrichtlijn. Het is altijd de bedoeling geweest dat uitzending tijdelijk zou zijn, echter wordt dit in Nederlandse wetgeving onvoldoende gewaarborgd en kan de rechter amper optreden tegen eventueel misbruik. Het doel is dus om rechtsgelijkheid en zekerheid te waarborgen, terwijl er voldoende flexibiliteit blijft om uitzendkrachten in te zetten.
Wat betekent dit voor uitzendondernemingen?
Hoewel er nog geen definitief wetsvoorstel is, is het voor nu vooral belangrijk om de ontwikkelijken goed te blijven monitoren. Een punt wat hierbij in het oog springt is hoe dit zal worden vormgegeven in het licht van artikel 9a lid 2 Waadi. Moet de inlener nog steeds een vergoeding betalen aan het uitzendbureau wanneer de uitzendkracht in dienst treedt bij de inlener, zelfs als de inlener na 36 maanden verplicht is de uitzendkracht een aanbod tot vaste aanstelling te doen?
Het zijn allemaal vragen die opkomen, maar het kabinet lijkt vastberaden deze weg in te slaan en kritiek vanuit de ABU en de NBBU in de wind te slaan..
Mocht u hierover advies willen, neem dan contact op met Dennis Oud, Elke Hofman-Bijvank, Tessa Sipkema of Tim van Riel.
Wij wijzen erop dat de inhoud van onze website (inclusief eventuele juridische bijdragen) uitsluitend bedoeld is voor niet-bindende informatieve doeleinden en niet dient als juridisch advies in strikte zin. De inhoud van deze site kan en mag niet dienen als vervanging van individueel en bindend juridisch advies dat betrekking heeft op jouw specifieke situatie. Alle informatie wordt daarom verstrekt zonder garantie voor juistheid, volledigheid en actualiteit.