Direct een advocaat nodig? Bel: +31 10 220 44 00
Na lang procederen komt er eindelijk een vonnis waarin u in het gelijk wordt gesteld. De wederpartij dient uw vordering te betalen. Maar nu blijkt wanneer u het vonnis ten uitvoer wil gaan leggen, dat de rechtspersoon leeg is (en geen activa meer heeft). Er valt niets te verhalen bij de wederpartij, waardoor het vonnis in beginsel onbruikbaar is. U constateert vervolgens dat er een andere vennootschap is opgericht door feitelijk dezelfde personen met feitelijk dezelfde activiteiten. Dit voelt natuurlijk een beetje krom.
Toch bestaat er een kans om de vordering te verhalen indien de wederpartij een lege rechtspersoon is. Dit kan mogelijk via vereenzelviging. Vereenzelviging houdt in dat er een nieuwe rechtspersoon is opgericht die eigenlijk de volledige identiteit van de andere rechtspersoon heeft overgenomen en daarbij ook dezelfde gedragingen verricht. Vaak wordt de tweede rechtspersoon opgericht om schuldeisers te benadelen, omdat deze schuldeisers in beginsel geen vordering hebben op de nieuw opgerichte rechtspersoon. Daarbij verdient wel de opmerking gemaakt te worden dat vereenzelviging niet van toepassing is bij een doorstart bij faillissement. Het oprichten van een nieuwe rechtspersoon is namelijk in theorie natuurlijk niet verboden, maar indien dit wordt gedaan om aansprakelijkheid te voorkomen, bestaan er regels om de schuldeisers te beschermen. Bij vereenzelviging wordt het identiteitsverschil weggedacht, waardoor de vordering die in beginsel op de lege rechtspersoon moet worden verhaald, nu verhaald kan worden op de nieuw opgerichte rechtspersoon.
Om aan te tonen dat er sprake is van vereenzelviging, dient men aan te tonen dat er sprake is van verwevenheid. Denk hierbij aan dezelfde bedrijfstak, dezelfde klanten, dezelfde werkwijze, dezelfde overeenkomsten, etc. Daarnaast is de oprichting van de nieuwe rechtspersoon vaak gelijktijdig met een juridische procedure of net vlak daarvoor. Een andere voorwaarden is dat de activa en andere inkomsten van de oude rechtspersoon, nu in de nieuw opgerichte rechtspersoon zitten. In het zogenaamde Rainbow-arrest is bepaald dat de nieuwe rechtspersoon aansprakelijk kan worden gehouden voor bijvoorbeeld een niet tenuitvoergelegd vonnis indien de nieuwe rechtspersoon een voortzetting is van de oude rechtspersoon en dat met de oprichting ervan beoogd is schuldeisers te benadelen.
Dit klinkt echter makkelijker dan het is, want hoe bepaal je nu concreet of er sprake is van vereenzelviging (en dus eenzelfde identiteit)?
Door heel veel onderzoek te doen! Al is dit makkelijker gezegd dan gedaan. Door naar verschillende aspecten te kijken, kun je concluderen of er sprake is van verwevenheid. Bijvoorbeeld het vergelijken van de websites van de verschillende rechtspersonen, gebruikte overeenkomsten en welke bedrijfsactiviteiten beide rechtspersonen voeren. In de Kamer van Koophandel kun je verder kijken naar het moment van oprichting en de jaarrekeningen van beide rechtspersonen en deze met elkaar vergelijken. Komen al deze aspecten vrij identiek overeen? Dan kan worden gesproken van verwevenheid. Kortom, het is van belang om de kwestie grondig onder de loep te nemen.
Al met al is vereenzelviging lastig te bewijzen, maar zeker niet onmogelijk. Zo hoeft de schuldeiser toch niet met lege handen te staan indien hij aanklopt bij een lege BV.
Advies over vereenzelviging of heeft u problemen met een niet betalende partij? Neem dan contact op met een van onze Ondernemingsrecht specialisten.
Wij wijzen erop dat de inhoud van onze website (inclusief eventuele juridische bijdragen) uitsluitend bedoeld is voor niet-bindende informatieve doeleinden en niet dient als juridisch advies in strikte zin. De inhoud van deze site kan en mag niet dienen als vervanging van individueel en bindend juridisch advies dat betrekking heeft op jouw specifieke situatie. Alle informatie wordt daarom verstrekt zonder garantie voor juistheid, volledigheid en actualiteit.