Direct een advocaat nodig? Bel: +31 10 220 44 00
Per 1 januari aanstaande treedt de Omgevingswet in werking. De invoering van deze wet wordt wel de grootste regelgevingstransitie sinds de Tweede wereldoorlog genoemd. In deze blog gaan we – op hoofdlijnen – in op het overgangsrecht dat eveneens per 1 januari geldt. Op hoofdlijnen, omdat een blog zich er niet toe leent om het hele overgangsrecht te bespreken. Ook zal steeds gekeken moeten worden welke delen van het overgangsrecht op een specifieke situatie van toepassing zijn.
Het overgangsrecht is geregeld in verschillende onderdelen van de nieuwe regelgeving. Zo is het overgangsrecht te vinden in
Het belang van het overgangsrecht is groot. Bedrijven en organisaties mogen, wanneer de Omgevingswet van kracht wordt, niet in onzekerheid verkeren over wat is toegestaan en wat niet. Het overgangsrecht beoogt ervoor te zorgen dat er geen onduidelijkheden zijn over wat precies geldt voor bestaande activiteiten of lopende procedures.
Lopende (besluitvormings)procedures
Uitgangspunt is dat wanneer voorbereidingsprocedures voor besluiten zijn gestart voor 1 januari 2024 het oude recht van toepassing blijft. De besluitvorming wordt afgewikkeld op basis van de oude rechtsregels. Dit geldt ook voor eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. Het brengt mee dat overheden (bevoegde gezagen) bij de beslissing op bezwaar en rechters bij de (hoger) beroepszaken steeds het oude recht zullen moeten toepassen.
Daarop bestaat wel een belangrijke uitzondering. Onder het ruimtelijk recht dat tot 1 januari 2024 geldt, zijn er twee soorten procedures. Een reguliere procedure, met een beslistermijn van in principe 8 weken en een uitgebreide procedure. De wet schrijft voor welke procedure van toepassing is op het type aanvraag. Op aanvragen die de reguliere procedure volgen is tot 1 januari 2024 de regeling van de ‘lex silencio positivo’ van toepassing. Dat betekent dat na verloop van de beslistermijn en indien het bestuursorgaan niet actief heeft besloten, de vergunning wordt geacht te zijn afgegeven en deze automatisch in werking treedt. Dat systeem verandert wèl per 1 januari 2024: de stilzwijgende verlening van een vergunning verdwijnt. Het oude recht blijft dus wel van toepassing op een aanvraag die is gedaan voor 1 januari, maar de vergunning kan niet meer stilzwijgend worden verleend. Het bestuursorgaan zal dus actief een besluit moeten nemen.
Bestaande vergunningen en ontheffingen
Onder het nieuwe recht is een aantal omgevingsvergunningplichtige activiteiten opgesomd waarvoor een verbod geldt, tenzij u over een omgevingsvergunning beschikt (paragraaf 5.1.1 Ow). Denk aan een aantal bouwactiviteiten, omgevingsplanactiviteiten, milieubelastende activiteiten et cetera. Op veel van dergelijke activiteiten is een verbodsbepaling van toepassing.
Als u op dit moment een omgevingsvergunning heeft voor een activiteit die onder de Omgevingswet per 1 januari 2024 geregeld is in een verbodsbepaling als bedoeld in paragraaf 5.1.1. Ow én deze vergunning onherroepelijk is, dan geldt als uitgangspunt dat uw vergunning geldt als een omgevingsvergunning onder het nieuwe recht voor die activiteit (art. 4.13 lid 1 IwOw). Dat geldt ook voor aan die vergunning verbonden voorschriften. Ook andere in de huidige vergunning gestelde voorwaarden, zoals bijvoorbeeld nadere eisen, verplichtingen of andere beperkingen, gelden als voorschrift bij de omgevingsvergunning vanaf 1 januari 2024.
Activiteiten die per 1 januari 2024 niet meer onder een verbodsbepaling vallen
Onder de Omgevingswet kunnen overheden (bevoegde gezagen), als de wet dat toestaat, zogenaamde maatwerkvoorschriften stellen. Dat zijn voorschriften speciaal opgesteld voor individuele gevallen (maatwerk dus), waarbij wordt afgeweken van algemene regels voor activiteiten. De overheden mogen dat alleen als die ruimte in de wet is opgenomen.
Wat gebeurt er nu met die activiteiten die vanaf 1 januari 2024 niet meer onder een verbodsbepaling vallen, maar waarvoor een overheid wel voorschriften wil stellen? Om te voorkomen dat het bevoegd gezag voor de invoering van de Omgevingswet allerlei maatwerkvoorschriften zou moeten stellen, is de volgende regeling opgenomen voor die activiteiten:
Stel dat uw activiteit per 1 januari 2024 niet meer onder een verbodsbepaling valt en de huidige vergunningvoorschriften gaan gelden als maatwerkvoorschrift-van-rechtswege, maar deze voorschriften veel strenger zijn geformuleerd dan uit toepassing van het Besluit activiteiten leefomgeving zou volgen? Dan kunt u het bevoegd gezag verzoeken die maatwerkvoorschriften-van-rechtswege in te trekken. U zult dus zelf actie moeten ondernemen. Wij kunnen u daarbij adviseren en ondersteunen.
Vragen? Neem dan contact met ons op.
Wij wijzen erop dat de inhoud van onze website (inclusief eventuele juridische bijdragen) uitsluitend bedoeld is voor niet-bindende informatieve doeleinden en niet dient als juridisch advies in strikte zin. De inhoud van deze site kan en mag niet dienen als vervanging van individueel en bindend juridisch advies dat betrekking heeft op jouw specifieke situatie. Alle informatie wordt daarom verstrekt zonder garantie voor juistheid, volledigheid en actualiteit.