Direct een advocaat nodig? Bel: +31 10 220 44 00
Veel Verenigingen van Eigenaren functioneren niet of zitten te “slapen”. De verplichte bijdrage wordt niet geïnd en geld voor onderhoud wordt niet gereserveerd. Onderhoudsplannen worden niet gemaakt; kortom VvE’s zijn er wel, maar zijn nauwelijks actief.
Het gevolg van een dergelijke houding is dat slecht of matig onderhoud plaatsvindt aan de gebouwen en appartementen die onder de VvE vallen. Bij gebreke van een deugdelijk onderhoudsplan wordt onderhoud niet gepleegd of op de juiste momenten uitgevoerd. Als er al onderhoud gewenst is, is er geen geld voor, omdat de bijdragen te laag zijn of jarenlang niet zijn geïnd.
Een en ander heeft verpaupering en verloedering van het gebouw tot gevolg, met alle consequenties van dien.
In 2015 is een wetsvoorstel ingediend dat het functioneren van VvE’s zou moeten verbeteren. Het wetsvoorstel vergroot aan de ene kant de mogelijkheden voor VvE’s om het nodige onderhoud te verrichten en anderzijds verbetert het de mogelijkheden voor VvE’s om hun financiering tot verduurzaam van de gebouwen over te gaan.
In 2008 was al de verplichting ingevoerd voor VvE’s om een reservefonds aan te houden, waarmee werd beoogd dat VvE’s voldoende reserves op zouden bouwen om in hun onderhoud te voorzien. Aangezien destijds geen minimum is gekoppeld aan dat reservefonds, heeft dat in de praktijk tot weinig vooruitgang geleid. In 2012 had nog steeds slechts 35% van de VvE’s een meerjarenonderhoudsplan, om van voldoende financiële reserves maar te zwijgen.
In het wetsvoorstel zijn de verplichtingen nu concreet gemaakt. De VvE’s moeten een meerjarenonderhoudsplan hebben opgesteld of ze moeten per jaar 0,5% van de herbouwwaarde van het gebouw in een reservefonds stoppen.
In het meerjarenplan moeten de benodigde onderhoud- en herstelwerkzaamheden worden opgenomen alsmede toekomstige vernieuwingen. De op basis daarvan te begroten kosten kunnen dan weer inzichtelijk worden gemaakt, toegerekend naar de verschillende jaren (het meerjarenplan moet voor tenminste vijf jaren worden vastgesteld).
Als een VvE er voor kiest om geen meerjarenplan te maken, dan geldt de reservering van 0,5% van de herbouwwaarde.
Onderdeel van het wetsvoorstel is ook dat wordt opgenomen dat een VvE een overeenkomst van geldlening aan kan gaan om de betreffende onderhoudskosten te financieren (als het gevormde reservefonds niet voldoende zou zijn dan wel er voor onvoorziene uitgaven extra geld nodig is). Daarmee wordt in ieder geval geregeld dat het een VvE is toegestaan om een geldlening af te sluiten, maar de vraag is of banken en andere financiële instellingen wel zo happig zijn om geld aan de VvE uit te lenen. Gelet op de aansprakelijkheid van de leden van de VvE voor de terugbetaling van de geldlening is het ook maar de vraag of leden zullen instemmen met een lening. Daarnaast is het zeer de vraag of banken en dergelijke wel financiering zou willen verstrekken. Niet alleen omdat het veel administratieve lompslomp geeft (de banken zullen iedere bewoner dan aansprakelijk willen hebben), maar ook de vraag welke zekerheden de VvE dan aan de bank kan geven, wordt een belangrijke.
Hoe dan ook; de nieuwe wet (aannemende dat die ook zo wordt aangenomen) geeft de VvE wel wat meer mogelijkheden om geld te reserveren, respectievelijk onderhoudsplannen te maken. Hopelijk leidt de beoogde wet tot actievere VvE’s waardoor meer en meer gebouwen beter worden onderhouden.
Heeft u vragen over de positie van de VvE? Neemt u dan gerust contact op met Erwin den Hartog of Pascal Willems.
Wij wijzen erop dat de inhoud van onze website (inclusief eventuele juridische bijdragen) uitsluitend bedoeld is voor niet-bindende informatieve doeleinden en niet dient als juridisch advies in strikte zin. De inhoud van deze site kan en mag niet dienen als vervanging van individueel en bindend juridisch advies dat betrekking heeft op jouw specifieke situatie. Alle informatie wordt daarom verstrekt zonder garantie voor juistheid, volledigheid en actualiteit.